Geschiedenis ratificatie

Ratificatie VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap

Op donderdag 21 januari 2016 heeft de Tweede Kamer het VN-Verdrag geratificeerd. Aan de hand van een aantal vragen verduidelijken we wat die ratificatie o.a. inhoudt.

  1. Nederland had dit verdrag toch al ondertekend, waarom dan nog ratificeren?
    Ja, dat ondertekenen gebeurde op 3 maart 2007. Daarmee verplichtte Nederland zich ertoe nieuwe wetten niet strijdig te laten zijn met het VN-Verdrag. Het verdrag zelf trad echter nog niet in werking. Ons land wilde eerst nog het volgenden onderzoeken:
    • Welke bestaande wetten moeten worden aangepast omdat ze ander strijdig zijn met het VN-Verdrag?
    • Welke kosten brengt het voldoen aan de voorwaarden van het Verdrag met zich mee?

      Bijna 10 jaar heeft Nederland er over gedaan om die zaken uit te zoeken

  2. In de debatten van afgelopen januari (2016) stelde staatssecretaris Van Rijn, sprekend namens het kabinet, zich nogal terughoudend op; kwam die houding uit de lucht vallen?
    Zonder nu de hele voorgeschiedenis van het ratificatieproces erbij te halen, nee! Ter illustratie enkele punten uit een tweetal rapporten van het College voor de rechten van de mens (dat toezicht moet houden op de uitvoering van het geratificeerde bedrag). Het eerste is een advies van augustus 2013 over de concepten van de Goedkeuringswet en de Uitvoeringswet bij het VN-Verdrag. Het is een kritisch rapport waarin het College o.m. wijst op:
    • het vooral verwijzen in de Goedkeuringswet naar bestaande wetgeving en het niet zetten van aanvullende stappen om de inclusie van mensen met een beperking dichterbij te brengen;
    • het ontbreken van concrete aanvullende maatregelen op rijks- en lokaal niveau om een inclusieve en toegankelijke samenleving te realiseren en het erbij horende tijdpad;
    • de noodzaak alle stemlokalen toegankelijk te maken; 
    • de verplichting (volgens art. 29 van het VN-Verdrag) ondersteuning toe te staan aan mensen met een beperking bij het uitbrengen van hun stem.

      In een commentaar (juni 2015) op het voorlopige Plan van Aanpak, wijst het College opnieuw op het ontbreken daarin van concrete maatregelen en een tijdpad.
      De keuze van de kritische punten is geen willekeurige. De punten kwamen terug in de debatten van de weken voor het moment van ratificeren. We komen er hieronder daarom op terug. Die debatten lieten een wat angstige overheid zien, die bovendien moest rekenen met 2 coalitiepartners (VVD en PvdA) die het onderwerp verschillend benaderden.

  3. Wat waren de belangrijkste onderwerpen die bij het stemmen op 21 januari aan de orde kwamen?
    Dat was allereerst het amendement van PvdA-Tweede Kamerlid Otwin van Dijk, dat als doel had toegankelijkheid als algemene norm in de Goedkeuringswet op te nemen. Dit amendement werd enigszins afgezwakt door een erop aansluitend subamendement van Kees van der Staaij (SGP) en Mona Keizer (CDA). Over het toegankelijk zijn van stemlokalen ging een amendement van GroenLinks lid Voortman en Otwin van Dijk. Hulp in het stemhokje bepleitten Vera Bergkamp (D’66) en Kees van der Staaij. De beide laatstgenoemden dienden ook een belangwekkend amendement in dat de doorwerking van het VN-Verdrag beoogt als gemeenten de Jeugdwet, de Participatiewet en de WMO uitwerken. In het vervolg nu wat meer over elk van genoemde amendementen (een amendement is een voorstel afkomstig van een of meer Tweede Kamerleden, dan wel politieke partijen, dat tot doel heeft een  wetsvoorstel van de regering te wijzigen).

  4. Waarom was het amendement van Otwin van Dijk zo cruciaal in het ratificatie-proces van het VN.Verdrag?
    Eerst het volgende. In de Rijkswet houdende goedkeuring van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (in het vervolg kortweg: Goedkeuringswet) staan geen nieuwe wetten, maar wordt aangegeven hoe bestaande wetten gewijzigd moeten worden wil het VN-Verdrag straks goed functioneren. Het amendement van Van Dijk stelt een wijziging voor van de WGBH/CZ =Wet Gelijke Behandeling op grond van een Handicap of Chronische Ziekte.

    Van Dijk wilde aanscherping van die wet en hij wilde dat die aanscherping zou worden opgenomen in de Goedkeuringswet. De aanscherping was: toegankelijk-zijn wordt de norm, niet-toegankelijk de uitzondering. Toegankelijkheid, het lijkt maar één onderdeel van het VN-Verdrag, maar het is een cruciaal onderdeel,

    1. omdat het met zoveel aspecten van het VN-Verdrag heeft te maken, denk bv. aan toegang tot het onderwijs en tot de arbeidsmarkt,
    2. omdat toegankelijkheid in de Goedkeuringswet heel breed wordt bezien (daarover was de Kamer het al eens), betrekking heeft op: toegang tot gebouwen, tot informatie, ergens welkom zijn, aan mensen met een beperking aangepaste goederen en diensten. Er mocht geen sprake zijn van een “onevenredige belasting” stond in het wijzigingsvoorstel. In de toelichting erop was nog sprake van geleidelijkheid en voorzieningen van eenvoudige aard. Dat laatste stoorde de VVD: omdat dit niet in de wet zelf stond, zou er gemakkelijke de hand mee gelicht kunnen worden. Van ondernemers zou dan wellicht iets onmogelijks worden gevraagd, te meer omdat de wet al op 1 januari 2017 moet ingaan. De regering had hetzelfde bezwaar tegen Van Dijks amendement, vreesde ook een groot aantal rechtszaken. Zij koos voor een situatie waarin de individuele burger het recht had toegankelijkheid te eisen. Volgens van Dijk een veel te vrijblijvend standpunt. Daarmee was een impasse ontstaan.

  5. Hoe hebben CDA en SGP deze impasse weten te doorbreken?
    Eigenlijk hadden CDA en SGP dezelfde bezwaren als de VVD, maar ze verpakten die anders. Ze voerden aan dat het amendement van Van Dijk tot veel onduidelijkheid zou leiden en dienden daarom een subamendement in bij diens voorstel. Daarmee werden de termen geleidelijkheid en voorzieningen van eenvoudige aard in de wettekst opgenomen. Daarmee zwakten de indieners in feite Van Dijks amendement wat af. Immers, ondernemers krijgen zo wat meer ruimte en zullen niet onmiddellijk met de strenge norm worden geconfronteerd. Het CDA/SGP amendement leidde tot een verrassend stemgedrag van de VVD-fractie: tegen het amendement van Van Dijk, vóór dat van Mona Keizer (CDA) en Van der Staaij (SGP) en uiteindelijk vóór de Goedkeuringswet als geheel! Impasse opgeheven.

  6. Hoe toegankelijk worden straks de stemlokalen?
    De Kamerleden Voortman en Van Dijk wilden met een amendement de Kieswet wijzigen en wel het artikel dat verlangt dat minstens 25 % van de stemlokalen toegankelijk is. Zij stelden 100% en als dat niet kan moet het college van B&W aan de gemeenteraad uitleggen waarom het niet mogelijk is. Staatssecretaris Van Rijn wees op het gevaar van een te klein aantal stemlokalen dat misschien het gevolg van de wijziging zou zijn. VVD en PVV gingen met hem mee, de meerderheid van de Kamer koos voor het amendement Voortman/Van Dijk.

  7. Is het praktisch uitvoerbaar een persoon met een verstandelijke beperking in het stemhokje hulp te bieden?
    Nee, zei de staatssecretaris, niet aan beginnen. Maar onderscheid maken tussen lichamelijk en verstandelijk beperkt is toch raar! bracht Vera Bergkamp (D’66) naar voren. Bovendien, in andere landen is die hulp er wel. Samen met Van der Staaij diende ze een amendement in om (opnieuw) een artikel uit de Kieswet te wijzigen. Tevergeefs, Van Rijn hield voet bij stuk: Er zou een te grote gelegenheid tot beïnvloeding worden geboden.

    Het amendement werd verworpen: VVD, PVV en CDA stemden tegen. Het stemgedrag van die laatste partij verbaasde ons enigszins, omdat haar vertegenwoordiger Mona Keizer in het debat de staatssecretaris nog bijna gesmeekt had met haar mee te denken over een oplossing voor wat ook zij als een probleem zag.

  8. Waar moet uitvoering van het VN-Verdrag in de toekomst vooral plaatsvinden?
    Deze vraag kwam aan de orde in een amendement van de Kamerleden Bergkamp en Van der Staaij. Ze stellen erin voor dat gemeenten bij het uitwerken van de Jeugdwet, de Participatiewet en de WMO ook moeten beschrijven hoe ze daarbij uitvoering geven aan het VN-Verdrag. Het amendement werd aangenomen, ook belangrijk voor een belangenorganisatie als de onze. Willen we een bijdrage leveren aan het inclusief worden van de samenleving, dan wordt met dit amendement aangegeven waarop we ons in ieder geval moeten richten.

  9. Hoe nu verder?
    De Tweede Kamer mag dan verschillend hebben geoordeeld over de amendementen die werden ingediend, de Goedkeuringswet werd tenslotte met algemene stemmen aangenomen. De wet gaat nu voor goedkeuring naar de Eerste Kamer. Staatssecretaris Van Rijn heeft aan de Kamer toegezegd medio dit jaar te komen met een herzien Plan van Aanpak, dat moet leiden tot een goede uitwerking van de Goedkeuringswet en daarmee tot een goed functioneren van het VN-Verdrag.